|
|
commissie eredienst
commissie eredienst
Lied van de maand
Lied van de maand juli
Lied 928 Hoe ik ook ben
tekst Hein Stufkens / muziek Fokke de Vries
In juli zingen we ‘een heel klein liedje’ dat uit wanhoop is ontstaan. De tekstdichter, Hein Stufkens (1947), heeft het geschreven tijdens een lange, oncomfortabele nachtvlucht. De krappe zitplaats en het lawaai van de vliegtuigmotoren maakten hem wanhopig. Nadat hij het gedichtje op een servetje had opgeschreven, overkwam hem een weldadige rust. Alle coupletten beginnen met de beschrijving van een ellendige situatie, maar eindigen in de derde regel allemaal in het vertrouwen dat er licht aan het einde van elke tunnel is. Wat er ook gebeurt, er wacht een nieuwe morgen, er is een dragende engel en de Ene ziet naar je om. Je mag je gezien en gedragen weten, klinkt er met eenvoudige woorden in dit korte lied door. De eenvoud van de liedtekst komt in de melodie van Fokke de Vries (1945) terug. In de eerste regel stijgt de melodie waarna in de volgende regel een daling wordt ingezet en uiteindelijk de laagste noot van de melodie klinkt, passend bij ‘in donker gehuld’, ‘verloren geraakt’ en ‘geworden tot niets’. Hierna wordt een grote melodische sprong gemaakt waarmee alle aandacht wordt getrokken naar het woord nóg in ‘nog wacht mij de morgen’, ‘nog draagt mij een engel’ en ‘nog ziet mij die Ene’. Met deze sprong wordt de afdaling naar de nacht omgekeerd naar licht en hoop.
Namens Taakgroep Eredienst,
Helga Janssens-Baan
| terug
|
|
|
|
|
|