|
|
commissie eredienst
commissie eredienst
Lied van de maand februari 2025
Lied 330 ‘Woord dat ruimte schept’
tekst Huub Oosterhuis, bij Deut. 8:7,8 / muziek Antoine Oomen
Dit lied van Huub Oosterhuis (1933-2023) en Antoine Oomen (1945) staat in het Liedboek in de rubriek “De eerste dag – Rond de schriften” en komt in onze liturgie dus goed tot zijn recht in het onderdeel “Dienst van het woord”. Hierin bidden we dat wat we uit de Schrift horen, mogen vasthouden. Oosterhuis heeft zelf bij dit lied verwezen naar Deuteronomium, het boek waarin Mozes aan het einde van de veertigjarige woestijnreis, vóór het binnentrekken in het beloofde land, een afscheidsrede geeft. In de verzen waarnaar Oosterhuis verwijst, wordt een visioen van de nieuwe wereld geschetst. Dit visioen wordt in het lied verwoord als “ruimte, toekomst, wijd licht land”. God is het die ruimte schept, zowel letterlijk (wijd licht land) als geestelijk (door het verbond met God kan het volk bevrijd van slavernij leven). Bevrijding geeft ruimte en tijd om te leven, er is toekomst. Oosterhuis breidt dit visioen uit naar gerechtigheid die als rivieren stroomt. Hij noemt uit vers 8 de wijnstok en laat die op een klip bloeien. Iets wat onmogelijk is en toch gebeurt, tegen de klippen op. De tekstdichter voegt hier een gedachtestreepje in en constateert “even is het waar en dan is het weg”. Hij wil dit visioen vasthouden en bidt daarom om volharding in het vergezicht van het Woord.
Namens Taakgroep Eredienst,
Helga Janssens-Baan
| terug
|
|
|
|
|
|